* Ook de dorpen zonder station kregen met een buslijn een goede aansluiting op het treinnet. Dorpen zonder station konden zo profiteren van de snellere treinverbinding.
* Invoeren van tariefintegratie tussen trein en bus: de strippenkaart werd ook geldig in de regionale trein. Andersom werden er ook treinkaartjes verkocht naar de grotere plaatsen zonder station.
* De infrastructuur werd verbeterd. Voor de treinstations betekende dit dat de perrons werden verhoogd tot 80cm 80 cm om zo het in- en uitstappen te vergemakkelijken. Op de overstapstations werden kleine busstations aangelegd (welke , die tot 1991 absoluut nog niet aanwezig waren)ontbraken.
Het openbaar vervoer-netwerk werd ontdaan van parallelliteit. Hierdoor ontstond een netwerk volgens het '''visgraatmodel''' (zie afbeelding): de buslijnen dienen als aanvoer naar de treinen, de treinen vervoeren de reizigers verder. In tegenstelling tot voorheen werken bus en trein niet als concurrent, maar als aanvulling van elkaar.
[[Afbeelding:Visgraatmodel.svg]]
De nieuwe aanpak bleek een succes. Reizigers reageerden positief op het systeem en dat is terug te zien in de reizigersaantallen: in het eerste halfjaar zag men 30% meer treinreizigers en 23% meer busreizigers.
=== Periode 1991 - 1999 ===