SGM: verschil tussen versies

Uit OV in Nederland Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken
k (Inzet: wikilink gerepareerd)
Regel 32: Regel 32:
 
Verder is regelmatig inzet in de Spoorwegmuseumpendel, de [[serie 28300]].
 
Verder is regelmatig inzet in de Spoorwegmuseumpendel, de [[serie 28300]].
  
Uitgezonderd de inzet in de [[serie 7600]] is de inzet vooral geconcentreerd rondom de grote steden in de Randstad, voornamelijk op de [[Hoekselijn]], [[Zaanlijn]] en het Randstadspoor project rondom Utrecht.
+
Uitgezonderd de inzet in de [[serie 7600]] is de inzet vooral geconcentreerd rondom de grote steden in de Randstad, voornamelijk op de [[Hoekse Lijn]], [[Zaanlijn]] en het Randstadspoor project rondom Utrecht.
  
 
[[Categorie:Treinmaterieel]]
 
[[Categorie:Treinmaterieel]]

Versie van 6 dec 2008 om 18:41

Het Stadsgewestelijk Materieel (SGM) werd gebouwd vanaf 1975. Ze danken hun officiële bijnaam aan het feit dat ze sneller optrokken dan het tot dan toe aanwezige materieel.

Aanvankelijk werden er alleen tweedelige stellen gebouwd. De eerste protoserie SGM-0 (2001-2015) werd geleverd zonder bakovergang. In 1978 volgde de serie SGM-1 (2021-2080). Vanaf 1983 kwam de serie SGM-2, bestaande uit tussenbakken voor een deel van de vorige serie, waarmee de 2036-2080 verlengd werden tot de driedelige stellen 2836-2880, en de gelijk als driedelig gebouwde stellen 2881-2895. De middenbak van de drietjes had geen motoren, en een paar deuren minder.

Het tweedelige materiaal werd voornamelijk ingezet op de Zoetermeer Stadslijn en de Hofpleinlijn, tegenwoordig bereden door RandstadRail. Ook de Hoekselijn en de Zaanlijn zijn vaste inzetplaatsen geweest. Het materieel was ook ontworpen voor gebruik op het metronetwerk van Amsterdam en de spoorlijnen Dieren - Apeldoorn en Apeldoorn - Zwolle. De eerste lijn is uiteindelijk een museumlijn geworden, de tweede lijn is volledig opgebroken.

SGMm

SGMm is een gereviseerde versie van SGM. Vanaf de zomer van 2003 tot eind 2006 werden alle driedelige SGM-treinstellen bij Bombardier in het Deense Randers gereviseerd. Bij deze revisie werd het interieur geheel vernieuwd en kreeg de middenbak extra deuren, zodat alle bakken voortaan evenveel deuren hebben. Ook kregen de stellen een nieuwe kleurstelling, wat ze de bijnaam Vlaflip opleverde. De nummering werd met 100 verhoogd, waarmee de serie 2936-2995 ontstonde.

Vanaf medio 2007 volgden de tweewagenstellen, die een uiterlijk gelijk aan hun langere soortgenoten krijgen. Deze stellen worden bij de revisie ook voorzien van 1e klas, daarnaast wordt de protoserie van een bakovergang voorzien. Ook hier wordt de nummering verhoogd maar dit keer met 110 (zodat geen dubbelnummering met het voormalige SM '90 ontstaat) tot de serie 2111-2145.

In totaal zijn er uiteindelijk 30 tweedelige, en 60 driedelige stellen SGMm.

Nieuwe treinsoort

Tegelijk met de introductie van SGMm werd de nieuwe treinsoort Sprinter ingevoerd. Naast SGMm zal ook het nieuwe SLT-materieel als Sprinter gaan rijden.

Inzet

SGMm wordt in de dienstregeling 2009 ingezet in de volgende series:

Verder is regelmatig inzet in de Spoorwegmuseumpendel, de serie 28300.

Uitgezonderd de inzet in de serie 7600 is de inzet vooral geconcentreerd rondom de grote steden in de Randstad, voornamelijk op de Hoekse Lijn, Zaanlijn en het Randstadspoor project rondom Utrecht.