Busstation

Uit OV in Nederland Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Een busstation is een locatie waar verschillende buslijnen samenkomen. Het is aan de vervoerders en/of de opdrachtgever(s) om zo'n locatie ook daadwerkelijk de naam 'busstation' mee te geven. Niet alle locaties waar buslijnen samenkomen worden namelijk busstation genoemd.

Busstations zijn vaak te vinden in de directe nabijheid van treinstations, aan de randen van een stad of juist in de centra van steden. Vaak zijn busstations voorzien van (uitgebreide) wachtruimtes en informatiepanelen.

Vorm

Busstations bestaan in allerlei vormen en maten. De meeste busstations zijn in de volgende vormcategorieën in te delen.

  • Perronbusstation. Enkele busperrons liggen naast elkaar zoals getoond op de tekening.
  • Eilandbusstation. Deze ontleent zijn naam aan het feit dat de bushaltes rond een centraal groot eilandperron liggen.
  • Stripbusstation. Er bestaat een lange strip waarop enkele bussen achter elkaar kunnen halteren, meestal langs de openbare weg. In feite is dit een verlengde bushalte.

Perronbusstation

Perron.png

Het perronbusstation wordt voornamelijk gebruikt bij treinstations, omdat het overstapgemak van trein op bus daar meestal belangrijker is dan het overstapgemak tussen bussen. Het busstation is ook altijd zo opgebouwd dat de koersdisplays van de bussen naar de uitgang van het station wijzen, zodat personen die uit de trein komen direct zien waar hun bus staat. Komend vanuit een andere bus heeft men echter weinig overzicht over de bussen.

Er zijn natuurlijk ook uitzonderingen op de regel. Zo is Mooie Paal Busstation een perronbusstation. Andere voorbeelden van perronbusstations zijn Beverwijk, Leiden, Assen, Holwerd en Enschede.

Het busstation van Dronten bestond uit (acht) losse perrons, maar de bussen reden daar aan twee kanten langs de perrons: vier perrons de ene kant op, en vier perrons de andere kant op. Sinds najaar 2013 is dit busstation echter gesloopt om ruimte te maken voor parkeerplaatsen.

Eilandbusstation

Het eilandbusstation wordt voornamelijk gebruikt bij busstations waarbij de overstap tussen bussen onderling de belangrijkste functie is. Dit is dan ook het meest gebruikte busstation voor busstations 'in the middle of nowhere'. In een blik ziet de reiziger die uit de bus komt waar de volgende bus staat, en hij/zij kan cross-platform overstappen. Op enkele grote treinstations worden eilandbusstations gebruikt die alleen via (rol)trappen of liften te bereiken zijn. Daardoor hoeven (en mogen) reizigers niet de weg over te steken. De stations Breda en Amsterdam Centraal (IJzijde) hebben één groot eilandperron dat op gelijk niveau ligt als het spoor en vanuit dezelfde tunnel(s) te bereiken is. Het busstation Jaarbeurszijde van Utrecht Centraal heeft twee langgerekte eilandperrons die direct bereikbaar zijn vanuit de centrale hal.

Ook bij enkele andere treinstations zijn eilandbusstations te vinden, zoals Maastricht, Tiel en Hoorn. Andere voorbeelden van eilandbusstations zijn Wittenberg Busstation, Den Oever Busstation, Stadskanaal Busstation, Druten Busstation en Veghel Busstation.

Stripbusstation

Voorbeelden van stripbusstations zijn Zandvoort Centrum, Egmond aan Zee Busstation, Harlingen Busstation, Monnickendam Swaensborch en Oosterwolde Busstation.

Combinaties

Veel grotere busstations zijn combinaties van verschillende types. Busstation Almere Centrum heeft twee lange dynamische strips en nog enkele statische perrons langs eilandperrons. Busstation Groningen heeft veel perrons en daarnaast nog een eilandperron. Ook komt het voor dat er bijvoorbeeld twee (kleine) eilandperrons bestaan, zoals bij busstation Almere Buiten het geval is.

Statisch en dynamisch busstation

De bussen die halteren op een busstation hebben soms een vaste, eigen (gedeelde) halte: een statisch busstation. Soms wordt de halte echter pas vlak voor het vertrek van de bus toegewezen: een dynamisch busstation.

Statisch busstation

Bij een statisch busstation hebben de lijnen die het bustation aandoen een eigen (gedeelde) halte.

De voordelen daarvan zijn:

  • Makkelijk in aanleg.
  • Vaste vertrekplaatsen van de bussen.
  • Door de vaste vertrekplaatsen kunnen regelmatige reizigers alvast bij de halte gaan staan waardoor centrale wachtgelegenheden niet direct noodzakelijk zijn.

Enkele nadelen van een statisch busstation:

  • Veel ruimtebeslag.
  • Inefficiënt gebruik van de ruimte/haltes.

Een tussencategorie is het indelen van perrons naar (eind)bestemmingen, zonder vermelding van lijnnummers (zoals bijvoorbeeld in Arnhem gebeurt).

Overzicht van statische busstations

Dynamisch busstation

Een dynamisch busstation is een busstation waar een gedeelte of alle lijnen die het busstation aandoen geen vaste halte heeft, maar waar informatieschermen aangeven welke bus waar gaat stoppen.

De voordelen daarvan zijn onder meer:

  • Er is minder fysieke ruimte nodig doordat de haltes efficiënter (vaker) benut worden.
  • Het is overzichtelijker doordat goede informatieschermen duidelijk aangeven waar een bus gaat halteren.

Nadelen zijn onder meer:

  • Bij drukte moeten alle passagiers op één centraal punt wachten. Hierdoor kunnen opstoppingen en onwenselijke situaties ontstaan.
  • Vertrekinformatie is slechts op één of enkele locaties geplaatst.
  • Er is geen spreiding van de passagiers over de verschillende haltes.
  • Problematisch bij uitval informatieschermen.
  • Bij verstoringen in de dienstuitvoering kan er onvoldoende wacht- of bufferruimte voor bussen ontstaan.

De aanleg van dynamische informatiesystemen neemt hogere kosten met zich mee. Toch hoeft een dynamisch busstation niet per definitie duurder te zijn: er is immers minder ruimtebeslag en er kunnen kleine schaalvoordelen bij de wachtgelegenheden ontstaan, waardoor kosten bespaard (kunnen) worden.

Overzicht van dynamische busstations

Overzicht van busstations

Zie Busstations in Nederland