U (metrotype)
Metro's van het type U worden al sinds de opening van de Brusselse metro op het net ingezet. Oorspronkelijk bestonden de metro's uit twee gekoppelde kopbakken, die werden aangeduid als U2. In de jaren 1988 word besloten tot verlenging van enkele treinen met een tussenbak waardoor de U3 ontstond. Met deze treinen is het verder nog mogelijk vierwagentreinen U4 (2xU2) of vijfwagentreinen U5 (U2+U3) samen te stellen. Langere treinen zijn vanwege de perronlengtes niet mogelijk.
De rijtuigen zelf worden aangeduid met de letter M en een serievolgnummer.
M1 en M2-rijtuigen zijn de eerste, en zijn gebouwd door BN respectievelijk CAF. M3-rijtuigen komen uit 1980, en de in 1988 geleverde tussenrijtuigen vormen de M4-reeks. De M5-rijtuigen tenslotte zijn geleverd in 1999.
De metro's hebben een maximumsnelheid van 72 km/h. Doordat de rijtuigen een 'achterdeur' hebben zijn de in principe doorloopbaar, maar de deuren zijn in de passagiersdienst afgesloten. Reizigers worden over het volgende station en de eindbestemming geïnformeerd door middel van een tweetalige automatische omroep en lichtkrantjes in de rijtuigen.
