Seinen

Uit OV in Nederland Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Langs een spoorlijn staan een grote hoeveelheid seinen en borden. Hieronder wordt verklaard wat al die borden eigenlijk betekenen.

Snelheid

De meeste spoorlijnen in Nederland zijn geschikt om met 130 of 140 kilometer per uur te worden bereden. Deze snelheid is echter van een groot aantal factoren afhankelijk, zoals de onderhoudstoestand, het aantal bochten, verkanting, wissels, stationsopvolging, etcetera. Verschillende borden laten de machinist zien wat voor snelheid er mag worden aangehouden. Op deze borden wordt altijd de laatste nul weggelaten om de duidelijkheid te vergroten. Staat er dus bijvoorbeeld een '6', dan betekent dit een snelheid van 60 kilometer per uur. Een '10' betekent 100, enzovoorts. Mocht de toegestane snelheid bijvoorbeeld 75 of 125 bedragen, dan wordt er een kleine '5' rechtsboven het hoofdgetal geplaatst. Dit komt echter bijna niet voor.

Achter dit bord ligt de grote bocht van Naarden-Bussum. Deze mag met een snelheid van 80 km/h bereden worden.
Door het Naardermeer geldt een baanvaksnelheid van 130 km/h. Aangezien vlak na het Naardermeer een grote bocht ligt die met 80 bereden mag worden, staat er een bord om aan te geven dat de machinist hier moet beginnen met afremmen naar 80 km/h.
Hier begint een lang recht stuk, waar de trein 130 kmh mag rijden.


Een vierkant, wit bord met een getal erin geeft aan dat vanaf dat punt de aangegeven snelheid als maximum aangehouden moet worden. Vaak staan deze borden vlak voor bochten of wisselstraten. Ze worden ook toegepast wanneer de trein vanaf dat punt mogen optrekken. Uiteraard geeft ook dan het getal de maximum snelheid aan.

Een gele driehoek met de punt naar beneden met een cijfer erin geeft aan dat de machinist vanaf dat punt moet gaan afremmen, om bij het volgende witte vierkante bord de toegestane snelheid te hebben bereikt. Vaak wordt dit gebruikt als vooraankondiging van een wisselstraat of grote bocht.

Vlak na een bocht of wisselstraat zie je vaak een groene driehoek met de punt omhoog en een cijfer staan. Dit bord geeft de baanvaksnelheid aan. Hier mag de machinist optrekken tot de aangegeven snelheid. Deze borden worden niet meer nieuw geplaatst. In plaats daarvan wordt een wit bord neergezet.








Overwegen

Door het passeren van dit bord wordt de overweg bij kilometer 41.0 geactiveerd.

Om de spoorbomen van een overweg naar beneden te laten gaan, is het nodig dat de trein zich aanmeldt bij de overweg. Dit gebeurd aan de hand van een aankondigingssectie. Op het moment dat een trein deze sectie inrijdt en een rijweg de goede kant op is ingesteld, wordt de overweg geactiveerd. Het begin van deze aankondigingssectie wordt aangeduid met een rond wit bord met een getal erin. Dit geeft aan bij welk kilometerpaaltje de overweg zich bevindt. In het voorbeeld van de foto bevindt de overweg zich bij kilometerpaaltje 41.0.







Lichtseinen

Het Nederlandse spoor is beveiligd met lichtseinen. Voor deze beveiliging is het spoor opgedeeld in blokken. Elk blok wordt gemarkeerd met een sein. In Nederland zijn er twee hoofdsoorten lichtseinen te vinden.

Hooggeplaatste lichtseinen

Bij het maken van deze foto van achteruit een trein is een andere trein ons juist gepasseerd; terecht staat het sein hier op rood.

Hooggeplaatste lichtseinen zijn voornamelijk langs de vrije baan te vinden. Drie lichten zijn hier verticaal aangebracht, van boven naar beneden groen, geel en rood. Een verkeerslicht voor het wegverkeer heeft deze kleuren andersom zitten. Bij spoorseinen is expres voor deze volgorde gekozen zodat bij sneeuwval het rode sein in ieder geval zichtbaar zal blijven, aangezien deze het belangrijkste is.
Grofweg betekenen de kleuren het volgende:
Groen: Het blok dat wordt binnengereden bevat geen trein en is helemaal veilig; het sein mag met de plaatselijk toegestane snelheid voorbij gereden worden.
Groen knipper Het blok dat wordt binnengereden is veilig. Er geldt een snelheidsbeperking van 40 tot aan het eerstvolgende snelheidsbord. Wanneer een cijfer brandt onder dit licht geeft dit cijfer de maximum snelheid aan.
Geel: Het blok is veilig, maar het hierop volgende blok niet. De machinist dient hier af te remmen naar 40 km/h. Ook moet de snelheid zo begrensd worden dat er voor een eventueel volgend rood sein gestopt moet kunnen worden.
Geel met cijfer: Het blok is veilig en het blok hierna ook. Wel moet er afgeremd worden naar de snelheid die het cijfer aangeeft. Als het cijfer niet knippert moet deze snelheid voor het volgende sein bereikt zijn. Als het cijfer wel knippert hoeft deze snelheid bij het volgende sein nog niet bereikt te zijn.
Geel Knipper: Het blok achter dit sein is niet beveiligd of is bezet. Het is toegestaan om rustig op zicht dit sein te passeren.
Rood: Vóór dit sein moet gestopt worden. Er bevindt zich een voorliggende trein in het blok, een overweg die met dit sein samenhangt is nog niet gesloten of er is nog geen rijweg ingesteld.

Dwergseinen

Dwergsein aan het einde van het perron in Deventer.

Een dwergsein is een sein waarin de voorgenoemde drie kleuren lichten in een driehoeksvorm zijn gemonteerd. Het sein is klein en wordt alleen op plaatsen gebruikt waar niet harder dan 40 kmh gereden mag worden, zoals emplacementen of bij wissels langs perrons. Dit om te voorkomen dat het seintje over het hoofd wordt gezien. Je kunt ze vaak naast wissels vinden, op een perron(einde) of hangend aan de perronkap.

Klik hier voor uitgebreide informatie over hoofdlichtseinen.

Andere seinen

Naast deze hoofdseinen zijn er ook nog andere lichtsignalen.

Een Vertrek-sein, die je vaak aan het einde van een perron(sectie) vindt, geeft aan of het sein na een perron veilig staat. Dit vertrek-sein brandt, en dus mag de trein station Culemborg verlaten.
Op onoverzichtelijke plaatsen, zoals hier bij de bruggen over het Amsterdam-Rijnkanaal bij Weesp, wordt tussen de hoofdseinen dit soort waarschuwingslichten geplaatst waarop twee witte lichten naast of boven elkaar branden. Echter, wanneer ze wisselend knipperen, is het desbetreffende spoor bezet, zoals op deze achteruit rijdend gemaakte foto waarbij we net dit sein gepasseerd zijn. Spoedig zullen beide lichten weer continu branden. Deze waarschuwingslichten hebben verschillende namen voor verschillende toepassingen.