Spoorwegovergang

Uit OV in Nederland Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Een spoorwegovergang is een plaats waarbij het autoverkeer een spoorbaan kan kruisen. Als men over een spoorwegovergang spreekt, dan is deze altijd gelijkvloers.

In Nederland is het merendeel van de spoorwegovergangen bewaakt, op het platteland zijn er ook nog met enige regelmaat onbewaakte overgangen aan te treffen.

Soorten overwegen

In Nederland zijn, naast de onbewaakte overwegen, de volgende overwegen aan te treffen:

  • ADOB (Automatische Dubbele Overweg Bomen)
  • AHOB (Automatische Halve Overweg Bomen)
  • AOB (Automatische Overweg Bomen)
  • AKI (Automatische Knipperlicht Installatie)

Op spoorwegemplacementen zijn er soms dienstoverpaden te vinden voor het spoorwegpersoneel. Deze zijn beveiligd met twee witte knipperlichten en heten WIDO (Waarschuwings-Installatie bij Dienst-Overpaden).

Ongelukken

Regelmatig gebeuren er in Nederland ongelukken op overwegen. Meestal rijden automobilisten nog op het laatste moment om de bomen heen of onder de bomen door. De naderende trein kan niet op tijd remmen en rijdt de auto aan.

Werking

[[Afbeelding:Kmbord overweg.JPG|thumb|right|250px|Het ronde witte bord langs het spoor geeft aan Vóór de komst van automatisch werkende overweginstallaties waren alleen de belangrijkste spoorwegovergangen beveiligd. Er was dan een baanwachterswoning aanwezig, en bij een aankomende trein sloot een medewerker handmatig de overwegbomen. Vaak werd er dan eerst een bel geluid (zg. klokoverweg).
Tegenwoordig bestaan er geen handbediende overwegen meer in Nederland. Overwegen worden op afstand door de trein geactiveerd. Op de vrije baan ligt er op meestal ongeveer 1 kilometer voor de overweg een spoel langs de rails. Wanneer de trein hierlangs rijdt wordt de overweg 'aangezet'. De bellen gaan rinkelen, de waarschuwingslampen gaan knipperen, en enkele seconden later sluiten de bomen zich. Achter de overweg ligt ook een spoel die de trein bij de overweg afmeldt.