Wijzigingen

Ga naar: navigatie, zoeken

Tram

36 bytes verwijderd, 30 sep 2017 14:47
Technologie
== Technologie ==
=== Aandrijving ===
Een tram kan op verschillende manieren aangedreven worden. Tegenwoordig Over het algemeen worden bijna alle trams aangedreven door elektromotoren. Deze betrekken de stroom in bijna alle gevallen van de bovenleiding, maar hierop zijn in recente jaren ook recenter diverse varianten op gekomen, zoals een stroomleiding in de grond, inductie of supercondensatoren waarmee een bovenleidingloos traject mee overbrugd kan worden.
Een variant die in Duitsland voorkomt is de tram die naast elektromotoren ook dieselmotoren heeft, waarmee het buiten de stad op spoorlijnen verder kan rijden. Trams met alleen dieselmotoren zijn erg zeldzaam, de grens met dieseltreinstellen is erg vaag.
Een variant die heel populair was in de Verenigde Staten was de kabeltram. De tram werd aangedreven door een kabel die in een gleuf in het wegdek zat. De tram kon zich als het ware vastgrijpen aan deze kabel en zo verder rijden. Deze techniek wordt nog steeds gebruikt in San Francisco, en in het verleden bijvoorbeeld ook in Chicago.
In het begin van de twintigste eeuw waren er ook veel stoomtrams. Deze trams, die in Nederland voornamelijk werden ingezet op interlokale diensten, bestonden vaak uit een klein locomotiefje met daarachter rijtuigen. Naast kolengestookte trams kwamen er later ook trams die op olie gestookt werden. Rond die tijd was ook de op diesel of benzine brandstof aangedreven motorwagen populair. De ondergang van dit soort trams begon rond de Tweede Wereldoorlog, toen de brandstof erg schaars werd.
De tram is echter begonnen als variant van de door paarden getrokken koets. Het belangrijkste verschil met de koets was dat de tram op stalen rails reed. Doordat hierdoor de rolweerstand van het voertuig duidelijk verminderde, konden met hetzelfde aantal paarden grotere voertuigen met meer passagiers vervoerd werden.
=== Voertuigen ===
Net zoals de aandrijving van de trams heeft ook het tramvoertuig een ontwikkeling doorgemaakt.
Moderne trams zijn sinds de jaren 90 in West-Europa eigenlijk altijd gelede lagevloerstrams. Deze trams hebben een lage instap waardoor ze beter toegankelijk zijn voor de passagiers. Deze trams zijn heel wisselend van lengte. Er zijn korte varianten, maar ook hele lange langere varianten van meer dan vijftig meter. De trams zijn vaak modulair van opzet, zodat de fabrikant ze in verschillende lengtes kan verkopen. Een bijkomend voordeel is dat de trams achteraf ook nog verlengd kunnen worden.
De gelede tram bestond en bestaat ook in conventionele hogevloersvariant. Deze heeft in geheel West-Europa lange tijd het moderne trambeeld bepaald. Ook in alle Nederlandse steden hebben heel veel trams van dit type gereden of rijden ze nog steeds. De meest voorkomende varianten waren enkelgeleed of dubbelgeleed. Langere varianten hebben in Nederland niet bestaan, maar kwamen in Duitsland wel voor. Deze hogevloerstrams hadden conventionele onderstellen zoals deze bij alle spoorvoertuigen gebruikt werden, en werden vaak aangeduid door het aantal assen waaraan de wielen bevestigd waren. De onderstellen werden vaak als Jacobsdraaistel onder de geleding geplaatst. Daarnaast zat er ook nog een draaistel onder de voorste en achterste bak.
ap_users
3.184
bewerkingen

Navigatiemenu