Plaatsnaamverkortingen

Uit OV in Nederland Wiki
Versie door Wubbo (overleg | bijdragen) op 31 aug 2008 om 15:36 (Nieuwe pagina: In Nederland hebben alle speciale punten van het spoorwegnet een eigen verkorting. Deze verkortingen zijn al heel lang in gebruik, en dienden vooral het gemak. Het scheelt veel werk a...)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken

In Nederland hebben alle speciale punten van het spoorwegnet een eigen verkorting. Deze verkortingen zijn al heel lang in gebruik, en dienden vooral het gemak. Het scheelt veel werk als je een dienstregeling moet maken (met de hand), en je hoeft niet alle stations, haltes, overloopwissels, aansluitingen, onderstations etcetera voluit te schrijven.

Er is een algemene logica de vinden achter de verkortingen, maar deze logica gaat zeker niet in alle gevallen op. Er zijn veel uitzonderingen die de regel bevestigen, al dan niet historisch gegroeid.

In principe bestaat een verkorting uit de eerste letters van de lettergrepen van de stationsnaam. Het station Ravenstein heeft bijvoorbeeld als verkorting Rvs. Meestal worden 3 letters gebruikt, maar als een stationsnaam minder lettergrepen heeft kunnen dat er minder worden. Het station Oss heeft bijvoorbeeld de verkorting O. En als het beter is om meer letters te gebruiken om dingen uit elkaar te houden worden zonder enig probleem meer letters gebruikt. De verkorting van Utrecht Zuilen is bijvoorbeeld Utzl, terwijl iets als Barendrecht Vork Aansluiting (tussen rangeerterrein Kijfhoek en de Rotterdamse havenspoorlijn) Brdva wordt. Hierbij geldt wel als stelregel dat stations voor de reizigersdienst nooit verkortingen hebben van meer dan 4 letters.

Als een plaats meer dan een station heeft, wordt voor het 'hoofdstation' de normale verkorting gebruikt (waarbij Centraal, CS of Centrum niet meegenomen wordt in de verkorting). De andere stations in deze plaats krijgen de verkorting van het hoofdstation plus de eerste letter van het 'achtervoegsel' van het kleinere station. Utrecht Centraal heeft dus als verkorting Ut, Utrecht Overvecht Uto, Utrecht Lunetten Utl, en Utrecht Maliebaan Utm. Maar ook op deze regel gelden uitzonderingen. Zo wordt Amsterdam Muiderpoort wel Asdm, maar Amsterdam Amstel wordt Asa.

Voor aansluitingen en overloopwissels worden meestal de achtervoegsels a respectievelijk o gebruikt. Meppel Aansluiting (de splitsing van de lijnen naar Groningen en Leeuwarden) wordt dus Mpa, de overloopwissels bij Lelystad Zuid (een nooit geopend station tussen Lelystad Centrum en Almere Oostvaarders heten Llszo.

In vroeger tijden had bijna iedere plaats verschillende aansluitingen naar bedrijven. Die zogenaamde raccordementen werden meestal genoemd naar de naam van het grote station in die plaats, aangevuld met de eerste letters of de gebruikelijke afkorting van het bedrijf waar de sporen naar toe lopen. Het raccordement van Philip Morris bij Roosendaal wordt dus Rsdphi, het raccordement van de KEMA bij Arnhem wordt Ahkema. Veel van deze raccordementen zijn ondertussen weer gesloten en al dan niet opgebroken.

In sommige gevallen kunnen verkortingen niet op de normale manier gebruikt worden. Alkmaar heeft bijvoorbeeld al heel lang de verkorting Amr (het logische Am was al in gebruik voor het raccordement America op de lijn Eindhoven - Venlo), toen Almere aan het spoorwegnet verbonden werd. Voor Almere moest wat anders verzonnen worden, wat Alm werd.