Wijzigingen

Ga naar: navigatie, zoeken

Tram

129 bytes verwijderd, 3 apr 2021 22:47
geen bewerkingssamenvatting
[[Afbeelding:Lijn10.jpg|thumb|250px|Tram van [[GVB]] in Amsterdam.]]
Een '''tram''' is een voertuig dat rijdt op sporen, net als een [[trein]] of een [[metro]]. Vergeleken met het [[trein]]verkeer zijn de eisen waaraan de voertuigen en de infrastructuur moeten voldoen lager. In veel gevallen, met name bij de 'stadstram' die openbaar vervoer binnen een gemeente of agglomeratie verzorgt, liggen de rails in de openbare weg, zodat de tram tussen het andere verkeer rijdt. In dat geval worden trams, in tegenstelling tot andere spoorvoertuigen, met richtingaanwijzers en remlichten uitgerust.
== Inzet ==
De meeste trams rijden tegenwoordig in steden en bijbehorende voorsteden. In het verleden waren er ook veel interlokale tramlijnen, maar deze zijn in de loop der tijd vervangen door busdiensten. Niet alle interlokale tramlijnen zijn in Nederland verdwenen. Lijn 1 tussen Den Haag en Delft kan als laatste tramlijn beschouwd worden die over het 'platteland' tussen twee plaatsen reed. In het buitenland zijn er op diverse plaatsen nog interlokale trams te vinden, bijvoorbeeld in Charleroi of Hannover.
== Technologie ==
=== Aandrijving ===
Een tram kan op verschillende manieren aangedreven worden. Tegenwoordig Over het algemeen worden bijna alle trams aangedreven door elektromotoren. Deze betrekken de stroom in bijna alle gevallen van de bovenleiding, maar hierop zijn in recente jaren ook recenter diverse varianten op gekomen, zoals een stroomleiding in de grond, inductie of supercondensatoren waarmee een bovenleidingloos traject mee overbrugd kan worden.
Een variant die in Duitsland voorkomt is de tram die naast elektromotoren ook dieselmotoren heeft, waarmee het buiten de stad op spoorlijnen verder kan rijden. Trams met alleen dieselmotoren zijn erg zeldzaam, de grens met dieseltreinstellen is erg vaag.
Een variant die heel populair was in de Verenigde Staten was de kabeltram. De tram werd aangedreven door een kabel die in een gleuf in het wegdek zat. De tram kon zich als het ware vastgrijpen aan deze kabel en zo verder rijden. Deze techniek wordt nog steeds gebruikt in San Francisco, en in het verleden bijvoorbeeld ook in Chicago.
In het begin van de twintigste eeuw waren er ook veel stoomtrams. Deze trams, die in Nederland voornamelijk werden ingezet op interlokale diensten, bestonden vaak uit een klein locomotiefje met daarachter rijtuigen. Naast kolengestookte trams kwamen er later ook trams die op olie gestookt werden. Rond die tijd was ook de op diesel of benzine brandstof aangedreven motorwagen populair. De ondergang van dit soort trams begon rond de Tweede Wereldoorlog, toen de brandstof erg schaars werd.
De tram is echter begonnen als variant van de door paarden getrokken koets. Het belangrijkste verschil met de koets was dat de tram op stalen rails reed. Doordat hierdoor de rolweerstand van het voertuig duidelijk verminderde, konden met hetzelfde aantal paarden grotere voertuigen met meer passagiers vervoerd werden.
=== Voertuigen ===
Net zoals de aandrijving van de trams heeft ook het tramvoertuig een ontwikkeling doorgemaakt.
Moderne trams zijn sinds de jaren 90 in West-Europa eigenlijk altijd gelede lagevloerstrams. Deze trams hebben een lage instap waardoor ze beter toegankelijk zijn voor de passagiers. Deze trams zijn heel wisselend van lengte. Er zijn korte varianten, maar ook hele lange langere varianten van meer dan vijftig meter. De trams zijn vaak modulair van opzet, zodat de fabrikant ze in verschillende lengtes kan verkopen. Een bijkomend voordeel is dat de trams achteraf ook nog verlengd kunnen worden.
De gelede tram bestond en bestaat ook in conventionele hogevloersvariant. Deze heeft in geheel West-Europa lange tijd het moderne trambeeld bepaald. Ook in alle Nederlandse steden hebben heel veel trams van dit type gereden of rijden ze nog steeds. De meest voorkomende varianten waren enkelgeleed of dubbelgeleed. Langere varianten hebben in Nederland niet bestaan, maar kwamen in Duitsland wel voor. Deze hogevloerstrams hadden conventionele onderstellen zoals deze bij alle spoorvoertuigen gebruikt werden, en werden vaak aangeduid door het aantal assen waaraan de wielen bevestigd waren. De onderstellen werden vaak als Jacobsdraaistel onder de geleding geplaatst. Daarnaast zat er ook nog een draaistel onder de voorste en achterste bak.
Sinds de jaren 30 worden steeds meer tramlijnen aangelegd op een vrije baan. Dat kan in combinatie met een busbaan zijn, in het midden van de weg, of op een vrije baan. Een populaire variant is de trambaan in gras. Zo wordt de trambaan niet als een hindernis gezien maar als een aanvulling op de openbare ruimte. In de loop van de tijd zijn de vrije banen aangepast voor bredere en langere trams. In sommige gevallen worden deze trambanen nu gebruikt voor [[sneltram]]s.
Tramlijnen kunnen echter ook gebruik maken van rails die in de weg gelegen is, of rails gelegen op viaducten of tunnels gescheiden van overig verkeer. Dit kan soms als voorzet gebruikt worden voor een latere verbouwing naar een volwaardige metro, zoals in het verleden gebeurd is in Brussel.
== Netwerken ==
139.129
bewerkingen

Navigatiemenu