Metro van Berlijn: verschil tussen versies

Uit OV in Nederland Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken
(Groß- en Kleinprofil)
(hoofdletter)
Regel 49: Regel 49:
  
 
==Materieel==
 
==Materieel==
Momenteel zijn er vier metrotypes in Berlijn. Alle metro's zijn, tot ongenoegen van velen, op de ruiten voorzien van folie met daarop zich herhalende patronen van gestileerde afbeeldingen van de Brandenburger Tor. Dit moet het bekrassen van de ruiten tegengaan. Verder hebben alle metro's een maximumsnelheid van 70 km/h, beschikken over beeldschermen waarop nieuws en reclame worden vertoond (Berliner Fenster) en zijn ze sinds enkele jaren allen voorzien van eenzelfde soort informatiesysteem. 20 Seconden na vertrek wordt na een laag-hoog-toon door een vrouwenstem de naam van het volgende station afgeroepen. Vroeger waren er in plaats van die toon ook wel een gong of een ding-dong-belklank te horen. Na stilstand en vrijgave van de deuren wordt door een mannenstem door de buitenomroep de bestemming van de metro afgeroepen met het verzoek in te stappen. Na een waarschuwing 'Zurückbleiben bitte!' klinkt een zoemer waarna de deuren sluiten.
+
Momenteel zijn er vier metrotypes in Berlijn. Alle metro's zijn, tot ongenoegen van velen, op de ruiten voorzien van folie met daarop zich herhalende patronen van gestileerde afbeeldingen van de Brandenburger Tor. Dit moet het bekrassen van de ruiten tegengaan. Verder hebben alle metro's een maximumsnelheid van 70 km/h, beschikken over beeldschermen waarop nieuws en reclame worden vertoond (Berliner Fenster) en zijn ze sinds enkele jaren allen voorzien van eenzelfde soort informatiesysteem. 20 seconden na vertrek wordt na een laag-hoog-toon door een vrouwenstem de naam van het volgende station afgeroepen. Vroeger waren er in plaats van die toon ook wel een gong of een ding-dong-belklank te horen. Na stilstand en vrijgave van de deuren wordt door een mannenstem door de buitenomroep de bestemming van de metro afgeroepen met het verzoek in te stappen. Na een waarschuwing 'Zurückbleiben bitte!' klinkt een zoemer waarna de deuren sluiten.
 
===A3L===
 
===A3L===
 
<gallery>
 
<gallery>

Versie van 29 jan 2014 om 15:04

Metro nieuw.svg Metronet van Berlijn
Vervoerder BVG
Spoorbreedte 1435 millimeter
Opening 15 februari 1902
Bestand:U6 Platz der Luftbrücke.JPG
Een metro van lijn U6 richting Alt-Mariendorf op station Platz der Luftbrücke, 14 augustus 2010.
Bestand:Spittelmarkt.JPG
Twee metro's van het type Hk op station Spittelmarkt aan lijn U2, 14 augustus 2010.

Het metronet van Berlijn is één van de grootste en oudste netten van Europa. De eerste lijn werd in 1902 geopend en liep van Warschauerstraße naar Knie (teg. Ernst Reuterplatz), met een aftakking naar Potsdamerplatz, een traject dat tegenwoordig door de lijnen U1 en U2 bereden wordt.

Geschiedenis


Berlijn begon aan het eind van de 19e eeuw dicht te slibben. De trams en bussen konden de vervoersvraag niet meer aan, waardoor er een nieuwe vervoersvorm moest worden bedacht. In eerste instantie werd er gedacht aan een zweeftrein zoals die ook in Wuppertal in aanbouw was toendertijd, maar daar werd uiteindelijk vanaf gezien aangezien dat in de binnenstad moeilijk inpasbaar zou zijn. Zodoende werd er gekozen voor een echte metro. Het te openen traject, Warschauerstraße-Knie/Potsdamerplatz, werd voor het grootste gedeelte als Hochbahn uitgevoerd, op viaducten dus. Op de plek van het huidige station Gleisdreieck werd een spoordriehoek gebouwd, waardoor er rechtstreekse treinen Warschauerstraße-Knie konden rijden, én treinen die via Potsdamerplatz reden, waar gekeerd werd. De stations Potsdamerplatz, Wittenbergplatz, Zoologischer Garten en Knie liggen ondergronds. Het traject door de wijk Kreuzberg was in principe een proeftraject om te kijken of de metro zou aanslaan, bij succes zou de metro de binnenstad ingaan.
In 1908 vond er een groot ongeluk plaats op de spoordriehoek, waarbij veel doden vielen. Twee metrotreinen reden elkaar hierbij in de flank. De spoordriehoek werd nu omgebouwd tot een ongelijkvloers kruispunt en er werd een station gebouwd, dat nog altijd Gleisdreieck heet, hoewel de driehoek dus allang niet meer bestaat. Wel is deze driehoek nog in het landschap zichtbaar. Er werd nu een verbindingsbaan geopend van Gleisdreieck naar Nollendorfplatz-Wittenbergplatz via Kürfurstenstraße, welke grotendeels ondergronds loopt. Om ongelukken zoals die in 1908 gebeurde te voorkomen wordt er nog steeds bij bijna alle metronetwerken in de wereld zoveel mogelijk het principe gehanteerd van ná het station invoegen of splitsen, dit is bijvoorbeeld bij het Amsterdamse station Overamstel erg goed zichtbaar.
Op dit ongeluk na bleek de metro een groot succes te zijn. De metro werd in de jaren 1910 doorgetrokken naar de binnenstad. In 1912 werd het ondergrondse traject Potsdamerplatz-Spittelmarkt geopend. Ook de omliggende plaatsen Charlottenburg, Wilmersdorf en Dahlem hadden interesse gekregen, het traject werd vanaf Knie ook al snel doorgetrokken verder Charlottenburg in, en er werd een zijtak Wittenbergplatz-Uhlandstraße gebouwd. Dahlem werd bediend door een eigen lijn die ook bij Wittenbergplatz aftakte, de huidige lijn U3. Wilmersdorf kreeg vanaf 1910 een eigen lijn die de huidige U4 is.

De metro tijdens de splitsing van de stad

Op 13 augustus 1961 werd de Berlijnse Muur gebouwd, die het westelijke deel van Berlijn, bestuurd door de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Frankrijk splitste van het oostelijke deel van Berlijn, dat door de USSR bestuurd werd. Dit had ook gevolgen voor het metronetwerk.
Lijn U2 liep van Oost-Berlijn naar West-Berlijn. Deze lijn werd in tweëen gesplitst, een westelijk deel Ruhleben-Nollendorfplatz en een oostelijk deel Mohrenstraße-Vinetastraße, lijn A genoemd. Bij de lijnen U6 en U8 was het een ander verhaal: deze liepen van West-Berlijn via Oost-Berlijn weer naar West-Berlijn. Om deze reden werden de stations van deze lijn die in Oost-Berlijn lagen hermetisch afgesloten. De stationstoegangen werden onherkenbaar gemaakt, zodat de Oost-Berlijnse bevolking de stations kon gaan vergeten, zij mochten immers zo weinig mogelijk te weten komen van een bestaande 'kapitalistische wereld'. Op de stations zelf stonden soldaten, en de metrotreinen reden erdoorheen zonder te stoppen. Uit protest reden de bestuurders er niet op volle snelheid doorheen maar slechts met ongeveer 25 km/h, zodat de (West-Berlijnse) inzittenden duidelijk konden zien dat de stations bestonden. Op station Friedrichstraße werd wel gestopt, zodat de reizigers konden overstappen op de S-Bahn. Er waren echter zoveel muren en gangen bijgebouwd op dit station dat de reizigers uit beide stadshelften elkaar niet tegenkwamen.
Dit laatste was ook het geval op station Alexanderplatz. Het perron van lijn U5 (toen lijn E), in Oost-Berlijn, was ook bereikbaar via het perron van de West-Berlijnse lijn U8. Daarom werden er over dit perron muren langs de perronrand gebouwd, zodat het perron voor de Oost-Berlijnse reizigers een normale gang leek. De verbindingsspoortunnel tussen de lijnen U2 (toen A) en U8 werd ook afgesloten toen bleek dat er veel Oost-Berlijners waren die via die tunnel naar West-Berlijn probeerden te vluchten.
Het is opvallend te noemen hoe de beide stadsdelen hun metronetwerken op de plattegronden zetten. In West-Berlijn werd het gehele net op de kaart gezet, echter de onbereikbaar geworden stations waren afgekruist. In Oost-Berlijn echter werd het West-Berlijnse net in zijn geheel niet weergegeven.
In West-Berlijn werd ondertussen het netwerk grootschalig uitgebreid. De lijnen U7 en U9 werden geopend en waren lijnen die het Oost-Berlijnse stadsgebied omzeilden.

Na de 'Wende'

Eind 1989 viel de Berlijnse Muur en werd de stad, en Duitsland, weer één. Dit betekende ook dat de metro weer gewoon kon doorrijden. De beide lijnen U2/A werden weer aan elkaar geknoopt door de heringebruikname van het traject Mohrenstraße-Nollendorfplatz. De U6 en U8 konden weer stoppen op alle stations nadat deze snel weer heropend werden. Station Warschauerstraße was het enige station van de U1 dat in Oost-Berlijn was komen te liggen, pas in 1995 konden de treinen dit station weer bereiken via de Oberbaumbrücke.

Groß- en Kleinprofil


De eerste vier lijnen van de Berlijnse metro zijn door particuliere maatschappijen aangelegd. Lijn U4 is bijvoorbeeld door de toen nog zelfstandige gemeente Wilmersdorf bekostigd. Over deze vier 'oerlijnen', U1 t/m U4, reden voertuigen van 2.35 meter breed.
Rond 1925 werd de metroaanleg meer en meer door de 'Stadsregio' gecoördineerd. Voor de verder aan te leggen lijnen werd voor bredere voertuigen gekozen met een breedte van 2.65 meter. Hierdoor ontstonden in feite twee losse netwerken, het Kleinprofil van de lijnen 1 t/m 4 en het Großprofil van de lijnen 5 t/m 9. Omdat lijn 55 in de toekomst op lijn 5 zal worden aangesloten is ook deze lijn in Großprofil uitgevoerd.
De metrotreinen kunnen niet op elkaars netwerk rijden, al is het logischerwijze alleen maar omdat Großprofiltreinen te breed zijn om langs perrons van het kleinprofiel te kunnen. Stroomafname gebeurt bij beide profielen via de derde rail, echter, bij het kleinprofiel wordt de stroom aan de bovenkant van de rail afgenomen en bij het grootprofiel aan de onderkant.
Beide netwerken hebben hun eigen hoofdwerkplaatsen voor onderhoud, schoonmaak en reparatie. Het kleinprofieldepot bevindt zich bij station Olympiastadion aan lijn U2, waar ook een metromuseum is gevestigd. De werkplaats bij station Warschauerstraße is sinds enkele jaren niet meer in gebruik is maar wordt nog wel gebruikt als nachtelijke stalling. Ook het eindpunt van lijn 3, Krumme Lanke, heeft nog enkele opstelsporen die nog stammen uit de tijd dat elke lijn zijn eigen maatschappij en dus ook onderhoudsplaats had. Deze werkplaats is echter helemaal niet meer in gebruik. Voor lijn 4 is er een bescheiden ondergronds depot geweest achter station Innsbrückerplatz, die echter sinds lang niet meer in gebruik is. In 1974 werd er vlak achter het station een tunnel voor wegverkeer gebouwd en de oude verbindingstunnel naar de werkplaats is nu een voetgangerstunnel met een supermarkt. De oude werkplaats zelf is geheel afgebroken.
Het grootprofielnet heeft zijn hoofdwerkplaats zitten bij station Seestraße aan lijn 6. Ook is er werkplaats bij Britz-Süd aan lijn 7 en een bescheiden depot bij station Friedrichsfelde aan lijn 5. Omdat de lijnen bij deze bovengronds liggende werkplaatsen ondergronds liggen, zijn er verbindingssporen aangelegd naar boven.


Ondanks dat treinen op de beide profielnetten niet uitwisselbaar zijn, zijn er toch verbindingstunnels. Één tunnel bevindt zich tussen Deutsche Oper van lijn 2 en Richard Wagnerplatz van lijn 7. Lijn 7 was vroeger een pendelmetrolijn tussen deze twee stations, maar tegenwoordig is het een losse lijn die lijn 2 kruist op station Bismarckstraße. Hierbij is station Richard Wagnerplatz omgebouwd naar een grootprofielstation. Station Deutsche Oper is wel nog altijd viersporig. Door deze viersporigheid was er vroeger genoeg ruimte om metro's van beide lijnen te ontvangen. Verder bevindt er zich nog een tunnel tussen Klosterstraße aan lijn 2 en Jannowitzbrücke van lijn 8. Beide verbindingstunnels kunnen alleen door speciale voertuigen bereden worden en dit gebeurt slechts een enkele keer per week.

Beknopte lijnbeschrijvingen


Het net bestaat uit 10 lijnen. De lijnen U1 t/m U4 zijn zogeheten Kleinprofillinien, dit wil zeggen dat zij geschikt zijn voor voertuigen van 2,35 meter breed. De overige lijnen zijn Großprofillinien, waarover voertuigen van 2,65 meter breed rijden.


U1bln.png

Lijn U1 gaat van Warschauerstraße naar Uhlandstraße. Het grootste deel van het traject voert over de in 1902 geopende Hochbahn, het viaduct tussen Warschauerstraße en Gleisdreieck.

U2bln.png

Lijn U2 rijdt van S-bahnstation Pankow naar Ruhleben. Met ruim 20 kilometer is dit de langste kleinprofillijn. De lijn komt langs veel belangrijke punten in de binnenstad, zoals het Alexanderplatz, de Potsdamerplatz en de Zoologischer Garten.

U3bln.png

Lijn U3 begint bij het Nollendorfplatz, het station waar alle kleinprofillijnen komen, en voert naar het stadsdeel Dahlem in het zuidwesten van de stad. Een verlenging naar het S-bahnstation Mexikoplatz is gepland.

U4bln.png

Lijn U4 is de kortste kleinprofillijn, van Nollendorfplatz naar Innsbrückerplatz, die slechts 5 stations telt. Meestal wordt er ook met slechts één metrovoertuig gereden.

Lijn U5 begint bij één van de grootste vervoersknooppunten in de stad, het Alexanderplatz. Bij station Wuhletal bestaat een crossplatform-overstap op S-bahnlijn 5.

De U6 is een noord-zuidverbinding. Ten tijde van de opdeling van de stad voerde een deel van de lijn door Oost-Berlijn, waardoor een aantal stations gesloten werden en de voertuigen er zonder stoppen doorheen reden.

Lijn U7 is de langste lijn met 31 kilometer. Ook ligt deze lijn geheel ondergronds. De lijn is aangelegd als semi-ringlijn om om het centrum van Oost-Berlijn te kunnen rijden.

Ook lijn U8 is een noord-zuidverbinding die deels onder Oost-Berlijn doorgaat. Beide eindpunten (Wittenau en Hermannstraße) liggen bij een S-bahnstation.

Net als lijn U7 is ook lijn U9 een lijn die Oost-Berlijn omzeilt. Ook komt deze lijn bij het vroegere centrale station van West-Berlijn, Zoologischer Garten.

Lijn U55 is de kortste en nieuwste lijn van de Berlijnse metro, van het Centraal Station naar de Brandenburger Tor. Er is één tussenstation, Bundestag, en de lijn is dermate kort dat één metrotrein voldoende is om de lijn mee te exploiteren. De verlenging naar Alexanderplatz wordt nu gebouwd, zodat deze lijn met de U5 wordt verbonden en als één lijn kan rijden.

Materieel

Momenteel zijn er vier metrotypes in Berlijn. Alle metro's zijn, tot ongenoegen van velen, op de ruiten voorzien van folie met daarop zich herhalende patronen van gestileerde afbeeldingen van de Brandenburger Tor. Dit moet het bekrassen van de ruiten tegengaan. Verder hebben alle metro's een maximumsnelheid van 70 km/h, beschikken over beeldschermen waarop nieuws en reclame worden vertoond (Berliner Fenster) en zijn ze sinds enkele jaren allen voorzien van eenzelfde soort informatiesysteem. 20 seconden na vertrek wordt na een laag-hoog-toon door een vrouwenstem de naam van het volgende station afgeroepen. Vroeger waren er in plaats van die toon ook wel een gong of een ding-dong-belklank te horen. Na stilstand en vrijgave van de deuren wordt door een mannenstem door de buitenomroep de bestemming van de metro afgeroepen met het verzoek in te stappen. Na een waarschuwing 'Zurückbleiben bitte!' klinkt een zoemer waarna de deuren sluiten.

A3L

A3L-metro's bestaan in enkele verschillende uitvoeringen, afhankelijk van het bouwjaar. De jongste deelserie is de A3L92 uit 1992. Het zijn kleinprofielmetro's die op alle kleinprofiellijnen (U1 t/m U4) te vinden zijn.

F

Ook F-metro's zijn in verschillende deelseries uitgevoerd met slechts minieme verschillen onderling. Dit metrotype is de enige waarin voornamelijk vis-a-vis-zitplaatsen zijn ten opzichte van de langsbanken in de andere types. Het zijn grootprofieltreinen en zijn in principe op alle grootprofiellijnen aan te treffen.

G

Het metrotype G, ook wel Gisela genoemd, is in de jaren 1980 besteld door de Oost-Berlijnse vervoerder BVB. Zij deden dienst op de toenmalige lijn A, van Mohrenstraße naar Vinetastraße. Tegenwoordig is dit een deel van lijn U2, waar ze nu nog steeds te vinden zijn. Op andere lijnen rijden ze in principe niet.

H

Klik hier voor de hoofdpagina over dit metrotype.

Eind jaren 1990 was het wagenpark toe aan vernieuwing, waarna het metrotype H werd besteld. In tegenstelling tot de andere types is er van de H zowel een grootprofiel- (H) als een kleinprofieluitvoering (Hk) gebouwd. De Hk bestaat uit vier wagons, maximale lengte is 8. De H heeft 6 wagons. Beide types zijn geheel doorloopbaar, en ze zijn voorzien van informatieschermpjes. De H is op de lijnen U5 t/m U9 te vinden, de Hk rijdt alleen op lijn U2.