Seinen
Langs een spoorlijn staan een grote hoeveelheid seinen en borden. Hieronder wordt verklaard wat al die borden eigenlijk betekenen.
Snelheid
De meeste spoorlijnen in Nederland zijn geschikt om met 130 of 140 kilometer per uur te worden bereden. Deze snelheid is echter van een groot aantal factoren afhankelijk, zoals de onderhoudstoestand, het aantal bochten, verkanting, wissels, stationsopvolging, etcetera. Verschillende borden laten de machinist zien wat voor snelheid er mag worden aangehouden. Op deze borden wordt altijd de laatste nul weggelaten om de duidelijkheid te vergroten. Staat er dus bijvoorbeeld een '6', dan betekent dit een snelheid van 60 kilometer per uur. Een '10' betekent 100, enzovoorts. Mocht de toegestane snelheid bijvoorbeeld 75 of 125 bedragen, dan wordt er een kleine '5' rechtsboven het hoofdgetal geplaatst. Dit komt echter bijna niet voor.
Een vierkant, wit bord met een getal erin geeft aan dat vanaf dat punt de aangegeven snelheid aangehouden moet worden. Vaak staan deze borden vlak voor bochten of wisselstraten.
Een gele driehoek met de punt naar beneden met een cijfer erin geeft aan dat de machinist vanaf dat punt moet gaan afremmen, om bij het volgende witte vierkante bord de toegestane snelheid te hebben bereikt. Vaak wordt dit gebruikt als vooraankondiging van een wisselstraat of grote bocht.
Vlak na een bocht of wisselstraat zie je vaak een groene driehoek met de punt omhoog en een cijfer staan. Meestal kondigt dit een recht vrij stuk aan, en mag de machinist vanaf dat punt optrekken tot de aangegeven snelheid.
Overwegen
Om de spoorbomen van een overweg naar beneden te laten gaan, zijn er kleine witte kastjes langs de baan aangebracht. Als een trein hierlangs rijdt, wordt een overweg geactiveerd. Naast dit kastje staat een rond wit bord met een getal erin. Dit geeft aan bij welk kilometerpaaltje de overweg zich bevindt. In het voorbeeld van de foto bevindt de overweg zich bij kilometerpaaltje 41.0.