Nederlands seinstelsel: verschil tussen versies
k (naar juiste categorie) |
|||
Regel 3: | Regel 3: | ||
Alle seinen zijn terug te vinden in de [http://wetten.overheid.nl/cgi-bin/deeplink/law1/title=Regeling%20spoorverkeer Regeling Spoorverkeer], [http://www.ivw.nl/Images/Regeling%20spoorverkeer%20Bijlage%204_tcm247-197596.pdf bijlage 4] (bijlage van artikel 24). Ook geeft NS Reizigers het Seinenboek uit, een weergave van de genoemde bijlage. Machinisten worden geacht de betekenis van alle seinen langs het spoor te kennen en er naar te handelen. Negeren van een sein kan verstrekkende gevolgen hebben. | Alle seinen zijn terug te vinden in de [http://wetten.overheid.nl/cgi-bin/deeplink/law1/title=Regeling%20spoorverkeer Regeling Spoorverkeer], [http://www.ivw.nl/Images/Regeling%20spoorverkeer%20Bijlage%204_tcm247-197596.pdf bijlage 4] (bijlage van artikel 24). Ook geeft NS Reizigers het Seinenboek uit, een weergave van de genoemde bijlage. Machinisten worden geacht de betekenis van alle seinen langs het spoor te kennen en er naar te handelen. Negeren van een sein kan verstrekkende gevolgen hebben. | ||
− | = Lichtseinen = | + | == Lichtseinen == |
De basis van het seinstelsel vormen de lichtseinen. Ze geven informatie over de bezetting van het spoor, over de stand van het volgende sein en over de maximumsnelheid die een trein mag rijden. | De basis van het seinstelsel vormen de lichtseinen. Ze geven informatie over de bezetting van het spoor, over de stand van het volgende sein en over de maximumsnelheid die een trein mag rijden. | ||
De lichtseinen worden aangevuld met andere seinen, zoals borden. Dit soort seinen geven bijvoorbeeld informatie over de maximumsnelheid voor een bepaald baanvak, over de kilometrering of een opdracht voor de machinist. | De lichtseinen worden aangevuld met andere seinen, zoals borden. Dit soort seinen geven bijvoorbeeld informatie over de maximumsnelheid voor een bepaald baanvak, over de kilometrering of een opdracht voor de machinist. | ||
Regel 9: | Regel 9: | ||
Met lichtseinen worden seinen bedoeld die rood, geel, groen of wit licht uit kunnen stralen. Lichtseinen zijn weer verder onder te verdelen in hoofdseinen en voorseinen. | Met lichtseinen worden seinen bedoeld die rood, geel, groen of wit licht uit kunnen stralen. Lichtseinen zijn weer verder onder te verdelen in hoofdseinen en voorseinen. | ||
− | == Hoofdseinen == | + | === Hoofdseinen === |
Hoofdseinen kunnen ‘veilig’ of ‘onveilig’ tonen. De stand ‘veilig’ houdt in dat het gedeelte dat door het sein beveiligd wordt bereden kan worden; er staat dus niet een andere trein in de weg. Als eens sein ‘onveilig’ toont kan dat niet gegarandeerd worden. Een machinist moet altijd stoppen voor een onveilig sein, tenzij de verkeersleiding toestemming geeft om het sein te negeren (bijvoorbeeld bij een defect sein). Een lichtsein dat geen kleuren uitstraalt (alle lampen zijn uit) wordt voor de zekerheid altijd als onveilig sein beschouwd. | Hoofdseinen kunnen ‘veilig’ of ‘onveilig’ tonen. De stand ‘veilig’ houdt in dat het gedeelte dat door het sein beveiligd wordt bereden kan worden; er staat dus niet een andere trein in de weg. Als eens sein ‘onveilig’ toont kan dat niet gegarandeerd worden. Een machinist moet altijd stoppen voor een onveilig sein, tenzij de verkeersleiding toestemming geeft om het sein te negeren (bijvoorbeeld bij een defect sein). Een lichtsein dat geen kleuren uitstraalt (alle lampen zijn uit) wordt voor de zekerheid altijd als onveilig sein beschouwd. | ||
− | === Uitvoeringen === | + | ==== Uitvoeringen ==== |
De onderstaande uitvoeringen zijn de meest voorkomende varianten. Er is echter veel variatie in seinen: er bestaan uitvoeringen met één of twee lampen, de kleuren kunnen in een andere volgorde gemonteerd zijn of het sein is gedraaid. De lampen kunnen gloeilampen zijn, maar op plaatsen met weinig ruimte worden halogeenlampen gebruikt (waarvan het licht via glasvezel naar het sein wordt geleid). Nieuwe seinen bestaan voornamelijk uit LED-lampen. | De onderstaande uitvoeringen zijn de meest voorkomende varianten. Er is echter veel variatie in seinen: er bestaan uitvoeringen met één of twee lampen, de kleuren kunnen in een andere volgorde gemonteerd zijn of het sein is gedraaid. De lampen kunnen gloeilampen zijn, maar op plaatsen met weinig ruimte worden halogeenlampen gebruikt (waarvan het licht via glasvezel naar het sein wordt geleid). Nieuwe seinen bestaan voornamelijk uit LED-lampen. | ||
Regel 29: | Regel 29: | ||
|} | |} | ||
− | === Seinbeelden === | + | ==== Seinbeelden ==== |
{| class="vatop" cellpadding="4" cellspacing="0" style="margin: 0 0 1em 1em; border: 1px solid #0076b1;" | {| class="vatop" cellpadding="4" cellspacing="0" style="margin: 0 0 1em 1em; border: 1px solid #0076b1;" | ||
! style="background: #0076b1; color: #fff" | Seinbeeld || ! style="background: #0076b1; color: #fff"| Betekenis | ! style="background: #0076b1; color: #fff" | Seinbeeld || ! style="background: #0076b1; color: #fff"| Betekenis | ||
Regel 54: | Regel 54: | ||
|} | |} | ||
− | = Bronnen = | + | === Voorseinen === |
+ | Voorseinen zijn seinen die voor een hoofdsein geplaatst zijn. Ze geven geen informatie over de bezetting van het spoor, en ze zullen daarom ook nooit een rood sein uitstralen. | ||
+ | |||
+ | De functie van voorseinen is om een snelheidsopdracht te geven; bijvoorbeeld een geel sein om af te remmen voor het volgende hoofdsein (dat een rood sein geeft). | ||
+ | |||
+ | == Bronnen == | ||
* http://home.hetnet.nl/~marctiny/ | * http://home.hetnet.nl/~marctiny/ | ||
* http://www.irse.nl/uploads/media/Boek_NS_Lichtseinstelsel_van_Peter_Middelraad.pdf | * http://www.irse.nl/uploads/media/Boek_NS_Lichtseinstelsel_van_Peter_Middelraad.pdf |
Versie van 9 sep 2009 om 21:07
Met het Nederlands seinstelsel wordt de verzameling lichtseinen en vaste seinen langs het spoor in Nederland bedoeld. Het primaire doel van het seinstelsel is het voorkomen van botsingen tussen treinen en het voorkomen van ontsporingen, maar er zijn ook seinen met een exploitatieve betekenis.
Alle seinen zijn terug te vinden in de Regeling Spoorverkeer, bijlage 4 (bijlage van artikel 24). Ook geeft NS Reizigers het Seinenboek uit, een weergave van de genoemde bijlage. Machinisten worden geacht de betekenis van alle seinen langs het spoor te kennen en er naar te handelen. Negeren van een sein kan verstrekkende gevolgen hebben.
Lichtseinen
De basis van het seinstelsel vormen de lichtseinen. Ze geven informatie over de bezetting van het spoor, over de stand van het volgende sein en over de maximumsnelheid die een trein mag rijden. De lichtseinen worden aangevuld met andere seinen, zoals borden. Dit soort seinen geven bijvoorbeeld informatie over de maximumsnelheid voor een bepaald baanvak, over de kilometrering of een opdracht voor de machinist.
Met lichtseinen worden seinen bedoeld die rood, geel, groen of wit licht uit kunnen stralen. Lichtseinen zijn weer verder onder te verdelen in hoofdseinen en voorseinen.
Hoofdseinen
Hoofdseinen kunnen ‘veilig’ of ‘onveilig’ tonen. De stand ‘veilig’ houdt in dat het gedeelte dat door het sein beveiligd wordt bereden kan worden; er staat dus niet een andere trein in de weg. Als eens sein ‘onveilig’ toont kan dat niet gegarandeerd worden. Een machinist moet altijd stoppen voor een onveilig sein, tenzij de verkeersleiding toestemming geeft om het sein te negeren (bijvoorbeeld bij een defect sein). Een lichtsein dat geen kleuren uitstraalt (alle lampen zijn uit) wordt voor de zekerheid altijd als onveilig sein beschouwd.
Uitvoeringen
De onderstaande uitvoeringen zijn de meest voorkomende varianten. Er is echter veel variatie in seinen: er bestaan uitvoeringen met één of twee lampen, de kleuren kunnen in een andere volgorde gemonteerd zijn of het sein is gedraaid. De lampen kunnen gloeilampen zijn, maar op plaatsen met weinig ruimte worden halogeenlampen gebruikt (waarvan het licht via glasvezel naar het sein wordt geleid). Nieuwe seinen bestaan voornamelijk uit LED-lampen.
Laaggeplaatste seinen (ook wel 'dwergseinen') worden voornamelijk gebruikt op emplacementen. Door hun relatief slechte zichtbaarheid ten opzichte van hooggeplaatste seinen mogen ze met hooguit 40 km/h voorbij worden gereden. Hooggeplaatste seinen mogen met hogere snelheden voorbij worden gereden (afhankelijk van de plaatselijke snelheid en seinbeeld, uiteraard).
Een deel van de hooggeplaatste seinen is voorzien van cijferbakken. In deze cijferbakken kunnen wit verlichte cijfers getoond worden. Deze cijfers zijn bedoeld om informatie over snelheid mee te sturen; het getal moet met 10 vermenigvuldigd worden. Voorbeelden: geel 6 houdt in dat er afgeremd moet worden tot 60 km/h, groen knipper 8 houdt in dat het sein met maximaal 80 km/h gepasseerd mag worden.
Laaggeplaatst sein | Hooggeplaatst sein | Hooggeplaatst sein met cijferbak |
---|
Seinbeelden
Voorseinen
Voorseinen zijn seinen die voor een hoofdsein geplaatst zijn. Ze geven geen informatie over de bezetting van het spoor, en ze zullen daarom ook nooit een rood sein uitstralen.
De functie van voorseinen is om een snelheidsopdracht te geven; bijvoorbeeld een geel sein om af te remmen voor het volgende hoofdsein (dat een rood sein geeft).
Bronnen
- http://home.hetnet.nl/~marctiny/
- http://www.irse.nl/uploads/media/Boek_NS_Lichtseinstelsel_van_Peter_Middelraad.pdf
- http://de-proefrit.stavenryder.nl/pdf/handboeken/seinenboek2005.pdf
- http://www.railpedia.nl/display/test/NS-seinstelsel
- http://www.geocities.com/RodeoDrive/1704/common/dutch/nss_55.html