Elektrificatie

Uit OV in Nederland Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Elektrificatie is de benaming van het pakket aan werkzaamheden dat noodzakelijk is om een bestaand spoortraject te voorzien van bovenleiding en geschikt te maken voor de inzet van electrische treinen.

Start van de elektrificatie van spoorlijnen

Een aantal spoorlijnen was aan het begin van de twintigste eeuw bijna overbelast. Met behulp van elektrificatie konden treinen sneller accelereren en remmen, waardoor weer ruimte op de baanvakken kon ontstaan. In 1908 werd de eerste spoorlijn, de destijds nieuw geopende Hofpleinlijn, geëlektrificeerd, oorspronkelijk met 10.000 volt wisselspanning. Toen in 1922 werd besloten verder te gaan met de elektrificatie werd voor een systeem met 1.500 volt gelijkspanning gekozen. De Oude Lijn tussen Amsterdam en Rotterdam was het eerstvolgende traject dat geëlektrificeerd zou worden. In 1924 was een proeftraject tussen Leiden en Den Haag HS gereed; in 1927 de rest van de spoorlijn, in hetzelfde jaar nog gevolgd door de IJmondlijn tussen Haarlem en IJmuiden. In 1926 was inmiddels ook de Hofpleinlijn al omgebouwd om overweg te kunnen met het nieuwe systeem van 1.500 Volt gelijkspanning.

Elektrificaties voor de Tweede Wereldoorlog

Omdat de elektrificaties zorgen voor een kostenbesparing werd er tot aan de Tweede Wereldoorlog doorgegaan met de elektrificaties. Eerst werden enkele spoorlijnen in de westelijke Randstad van een bovenleiding voorzien; later was het zogenaamde Middennet aan de buurt: vanuit Utrecht werden ook bijvoorbeeld Eindhoven en Nijmegen met elektrische treinen beschikbaar. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog kwam het elektrificeren van het spoorwegnet stil te liggen: alleen het traject tussen Utrecht en Hilversum werd nog van een bovenleiding voorzien, zij het met een rond bovenleidingsconstructie om materialen te besparen.

Elektrificaties na de Tweede Wereldoorlog

Na de Tweede Wereldoorlog was een zeer groot deel van het Nederlandse treinmateriaal niet meer aanwezig of niet meer in bruikbare staat. Hoewel de aanschaf van stoomtreinen er waarschijnlijk voor gezorgd had dat de dienstregeling van voor de oorlog snel weer zou kunnen worden hervat, werd er toe besloten om op grote schaal over te gaan op elektrische treinen, omdat deze treinen sneller en efficiënter zijn. [1]. Tussen 1946 en 1957 werd het grootste deel van het Nederlandse spoorwegnet van bovenleiding voorzien. In 1958 werd afscheid genomen van de stoomtreinen in de reguliere reizigersdienst: Nederland was hiermee ruimschoots eerder dan omringende landen.

Noemenswaardige elektrificaties van reeds bestaande en in gebruik zijnde spoorlijnen na 1958 zijn:

Elektrificaties in de 21ste eeuw

Nieuw aangelegde spoorlijnen, zoals de Hanzelijn, worden in de 21ste eeuw vrijwel altijd direct geëlektrificeerd. Bij de HSL-Zuid en de Betuweroute is hierbij afwijkend gekozen voor 25.000 volt wisselspanning. Omdat in 2013 het fiscale voordeel op rode diesel kwam te vervallen worden enkele regionale, niet geëlektrificeerde trajecten alsnog van bovenleiding voorzien of wordt dit tenminste overwogen [2]. In oktober 2016 kwam de elektrificatie van het traject tussen Zwolle en Wierden aan de Spoorlijn Zwolle - Almelo gereed. In 2017 wordt de spoorlijn tussen Zwolle en Kampen aan de Centraalspoorweg van een bovenleiding voorzien, in 2020 gevolgd door het traject tussen Nijmegen en Roermond aan de Spoorlijn Nijmegen - Venlo en de Staatslijn E.

Gedeeltelijk of geheel geëlektrificeerde spoorlijnen in Nederland

Spoorlijn Jaar van opening Jaar van elektrificatie
Hofpleinlijn 1907 - 1908 1908
Oude Lijn 1839 - 1848, 1878, 1889 1927
IJmondlijn 1867, 1883 1927
Spoorlijn Haarlem - Uitgeest 1867 1927, 1931
Staatslijn K 1865 - 1870, 1887 1931, 1958
Staatslijn I 1866 - 1877 1934, 1950
Spoorlijn Haarlem - Zandvoort 1881 1935
Spoorlijn Schiedam - Hoek van Holland 1891 - 1893 1935
Spoorlijn Gouda - Den Haag 1870 1938
Staatslijn H 1868 - 1870 1938
Staatslijn E 1863 - 1866 1938, 1949, 1956
Spoorlijn Utrecht - Rotterdam 1855, 1858, 1953 1938, 1953
Rhijnspoorweg 1843 - 1845, 1856, 1889 1938, 1966
Spoorlijn Arnhem - Nijmegen 1879 1940
Spoorlijn Harmelen - Breukelen 1869 1940
Spoorlijn Hilversum - Lunetten 1874 1942
Centraalspoorweg 1863 - 1865 1942, 1952, Zl - Kpn 2017
Oosterspoorweg 1874 - 1876 1946 - 1951; Apd - Zp: niet
Spoorlijn Den Dolder - Baarn 1898 1948
Spoorlijn Eindhoven - Weert 1913 1949
Spoorlijn Heerlen - Schin op Geul 1914 1949
Spoorlijn Sittard - Herzogenrath 1896 1949, 1986, 2018
Spoorlijn Aken - Maastricht 1853 1949: Mt - Sog
Spoorlijn Weert - Roermond 1879 1949: Wt - Rm
Spoorlijn Woerden - Leiden 1878 1950
Spoorlijn Apeldoorn - Deventer 1887 - 1888 1951
Spoorlijn Deventer - Almelo 1888 1951
Kippenlijn 1902 - 1903 1951
Spoorlijn Almelo - Salzbergen 1865 1951, 1976
Spoorlijn Zwolle - Almelo 1881 1951, 2016
Staatslijn D 1865 - 1868 1951: Hgl - Es
Staatslijn C 1870 1952
Staatslijn A 1865 - 1868 1952 - 1953
Spoorlijn Gouda - Alphen aan den Rijn 1934 1956
Spoorlijn Roosendaal - Breda 1854 - 1855 1956
Spoorlijn Antwerpen - Lage Zwaluwe 1854 - 1855, 1876 1957
Staatslijn F 1863 - 1873 1957
Spoorlijn Tilburg - Nijmegen 1881 1957
Spoorlijn Viersen - Venlo 1866 1968
Spoorlijn Zaandam - Enkhuizen 1884 - 1885 1974
Spoorlijn Alkmaar - Hoorn 1898 1974
Spoorlijn Aalsmeer - Amsterdam Haarlemmermeer 1915 1975 - 1997: Bvk - Ash
Zoetermeer Stadslijn 1977 - 1979 1977 - 1979
Schiphollijn 1978 - 1993 1978 - 1993
Betuwelijn 1882 - 1885 1978, 1992, Est - Tl: niet
Spoorlijn Kesteren - Amersfoort 1886 1981: Rhn - Har
Spoorlijn Tilburg - Aarschot 1855 - 1873 1984: Turnhout - Herentals
Spoorlijn Mechelen - Terneuzen 1870 - 1871 1985: Mechelen - St. Niklaas
Spoorlijn Amsterdam - Schiphol 1986 1986
Spoorlijn Schaesberg - Simpelveld 1871 - 1934 1986: Lg - Krd
Flevolijn 1987 - 1988 1987 - 1988
Spoorlijn Zwolle - Stadskanaal 1903 - 1905 1987: Zl - Emn
Hemboog 2003 2003
Gooiboog 2003 2003
Havenspoorlijn 1878 - 2004 2006
Utrechtboog 2006 2006
Betuweroute 2007 2007
HSL-Zuid 2009 2009
Hanzelijn 2012 2012

Bronnen, noten en/of referenties

Bronnen, noten en/of referenties: