Dorpsbus
Omdat de streekbussen in het plassengebied een zeer gering aantal passagiers kende, zocht Centraal Nederland halverwege de jaren '80 voor een passende oplossing om toch busdiensten te kunnen laten rijden. Onder de noemer Dorpsbus ging vanaf 3 juni 1984 een nieuwe buslijn rijden in dit gebied, waarmee tegelijkertijd nieuwe routes en verbindingen ontstonden (o.a. Loosdrecht - Hollandsche Rading en Breukelen - Loosdrecht) als opvolger van de oude lijn 123 (Utrecht - Hilversum), zodat de kernen in dit gebied toch nog met een bus ontsloten kon worden. De routes werden in de loop der jaren wel meerdere malen aangepast aan het gebruik van de lijnen.
Ook ging vanaf 3 juni 1984 een Dorpsbus rijden in het gebied tussen Bilthoven-Noord en Den Dolder omdat de passagiersaantallen op lijn 57 (Utrecht - Bilthoven Noord) dermate gering waren, dat diverse bejaardencentra en bestemmingen hun OV-verbinding zouden verliezen.
Later in de jaren '80 gingen ook in het Gooi een tweetal Dorpsbussen rijden en de bestaande buslijn Weesp - Nigtevecht werd ook ingebracht in dit concept. Vanaf 1992 werd langzaamaan weer bezuinigd op de buslijnen, omdat de bezetting van de lijnen in de meeste gevallen niet erg groot bleek te zijn en na het ontstaan van de grote maatschappijen in 1999 verdween het concept in de geschiedenisboeken.
Materieel
Vanaf de start van het project werden 17-persoons Mercedesbusjes ingezet, omdat deze makkelijker kunnen manoeuvreren over de smallere (B-)wegen en met deze busjes net iets meer passagiers kunnen vervoeren dan een normale buurtbus. Later werden zij afgelost door de nieuwere Optare Starriders, die in een enkel geval nog meekwamen naar Connexxion.
