Bijsturen van de treindienst

Uit OV in Nederland Wiki
Ga naar: navigatie, zoeken

Bijsturing gebeurt als er een verstoring van de treindienst is: een vertraagde trein, een storing aan de infrastructuur of bijvoorbeeld een aanrijding. Bij het bijsturen van de treindienst zijn veel partijen betrokken. In dit artikel concentreren we ons op de bijsturing van NS Reizigers. Ook de andere vervoerders hebben een bijsturingsorganisatie, maar die wordt hier niet besproken.

Inhoud

Bijsturing in standaardsituaties

Voor een aantal vaker voorkomende situaties zijn afspraken gemaakt tussen NS en ProRail. Hiermee kunnen vertragingen van treinen door de treindienstleider verwerkt worden. In het document waar deze afspraken te vinden zijn, het TAD (Treindienst Afhandelings Document) genaamd, staat wat er moet gebeuren. Er staat in of aansluitende treinen moeten wachten, vanaf hoeveel vertraging een Intercity achter een op tijd rijdende stoptrein wordt gestuurd, of dat een trein bijvoorbeeld wordt opgeheven. Ook staat er in het TAD vermeld bij welk meetpunt deze beslissing wordt genomen.

Een speciale plaats in het TAD nemen de laatste aansluitingen in. Als stelregel kan er worden gezegd dat laatste aansluitingen maximaal 10 minuten op elkaar wachten. In het TAD staat keurig aangegeven hoe laat de aansluitende trein uiterlijk moet vertrekken, en met hoeveel vertraging de eerste trein dan mag binnenkomen.

De versperringsmaatregel

Als er, om wat voor reden dan ook, ongepland een deel van de infrastructuur niet beschikbaar is, moet de treindienst worden aangepast. Het is afhankelijk van waar de verstoring plaatsvindt en hoe groot de verstoring is welke maatregelen worden genomen. Voor de meest voorkomende verstoringen zijn deze versperringsmaatregelen gemaakt. Deze maatregelen zijn in overleg met alle vervoerders tot stand gekomen.

Door het kiezen van een versperringsmaatregel weten alle partijen waar ze aan toe zijn. De treindienstleider kan zijn plan aanpassen, de omroeper weet wat hij of zij om moet roepen en in de CTA-bakken moet zetten, de bijsturing weet welke treinseries er moeten gaan keren en kan dat gaan verwerken, en ook de informatie in de reisinformatiemiddelen kan worden aangepast.

Het bijsturingsvierkant

De beslissing volgens welke versperringsmaatregel gereden wordt, wordt door een van de partijen uit het bijsturingsvierkant genomen. De netwerkbesturing van ProRail is hiervoor verantwoordelijk. In het bijsturingsvierkant zitten vier partijen die contact hebben met elkaar. Twee van deze partijen zijn van NS, en twee zijn van ProRail. Zowel van NS als van ProRail werkt er een op landelijk niveau, en een op lokaal niveau. De betrokken partijen worden hieronder toegelicht.

De netwerkbesturing

De netwerkbesturing verdeelt vanuit ProRail de infracapaciteit. Zij neemt uiteindelijk de beslissing volgens welke versperringsmaatregel gereden wordt. Ook neemt de netwerkbesturing de beslissing wat er moet gebeuren met een vertraagde trein als de vertraging zo groot is dat er geen afspraken meer over bestaan in het TAD. De netwerkbesturing werkt op landelijk niveau (vanuit vier regio's) en heeft als doel ervoor te zorgen dat vertragingen niet als een olievlek over het hele land uitspreiden. Zij hebben contact met de treindienstleiders (die hun beslissingen moeten uitvoeren) en de transportbesturingsorganisatie van NS.

De treindienstleider

De treindienstleider regelt vanuit ProRail het treinverkeer vanaf de treindienstleiderspost. Iedere treindienstleider is verantwoordelijk voor het treinverkeer in zijn of haar gebiedje. Als er iets gebeurt in dat gebied weet de treindienstleider het als eerste, omdat die in contact staat met de machinist. De treindienstleider geeft aan de netwerkbesturing aan wat er op de infrastructuur aan de hand is, wat er wel en niet kan. Aan de hand van deze informatie kiest de netwerkbesturing welke maatregelen er genomen moeten worden. De treindienstleider heeft ook contact met de knooppuntcoördinator voor bijvoorbeeld rangeerbewegingen in zijn gebied.

De knooppuntcoördinator

De knooppuntcoördinator zorgt er vanuit NS voor dat het treinverkeer op een knoop goed verloopt. Zij zijn er verantwoordelijk voor dat treinen worden weggerangeerd, dat personeel in dienst wordt gemeld (voor zover dat niet automatisch gaat) en dat personeel dat dat niet op tijd doet even gebeld wordt. Ook zorgen zij ervoor dat het rangeerproces op de knoop klopt. Zij hebben hiervoor contact met de treindienstleider voor het aanvragen van rangeerbewegingen, en met de transportbesturingsorganisatie voor de details wat betreft materieel en personeel.

De transportbesturingsorganisatie

De transportbesturingsorganisatie, die in de wandelgangen meestal bijsturing wordt genoemd, zorgt ervoor dat het materieel en het personeel bij calamiteiten wordt bijgestuurd. Zij zorgen ervoor dat bijvoorbeeld een zieke conducteur wordt vervangen, en dat personeel dat door een stremming onderweg moet keren uiteindelijk ook weer op zijn eigen standplaats terecht komt. Ook zorgen zij ervoor dat de plannen wat betreft materieel en personeel up-to-date zijn, zodat ook de mensen op de knopen weten waar ze aan toe zijn. Zij hebben contact met de knopen en met de netwerkbesturing.

Overigen

In het geheel zijn nog meer partijen actief. Zo zijn er diverse storingsorganisaties (het SMC voor ProRail, en het MaterieelRegelcentrum voor NS) die zorgen dat storingen worden opgelost en dat de gevolgen zo beperkt mogelijk zijn. Ook zitten er zowel aan de NS als aan de ProRail-zijde mensen die zorgen voor de informatievoorziening naar de reizigers. Dit alles met als doel dat zoveel mogelijk reizigers en goederen toch op tijd op de plaats van bestemming aankomen, het liefst met zo min mogelijk ongemak.